Stichting Museum en Archief voor Tijdmeetkunde (S.M.A.T.) | |||||||||||||||||||||||||
Wat is de SMAT? Wie besturen de SMAT?
Fiscaal (RSIN) nummer: 8042 66 426
ANBI status (Algemeen Nut Beoogende Instelling) Gelieerd Lidmaatschap Nederlandse Museumvereniging Ontwikkelingen |
|||||||||||||||||||||||||
SMAT staat voor Stichting Museum en Archief voor Tijdmeetkunde. Maar dat is niet altijd zo geweest. Op initiatief van H.C. Faddegon ondersteunt het bestuur van de Nederlandse Bond van Horlogemakers het voorstel om in 1900 een “Bondsmuseum” op te richten naar het voorbeeld van de verzameling van de “Chambre Syndicale de l’Horlogerie de Paris”. De Nederlandse horlogemakers zijn enthousiast en schenken vooral in deze beginperiode veel oude horloges en gereedschappen. Het bestuur van de bond besluit voor de verzameling een stichting in het leven te roepen. Het museum van de bond wordt op16 mei 1901 officieel “Museum van Tijdmeetkunde” genoemd. Om iedereen in de gelegenheid te stellen de bijeengebrachte verzameling te bezichtigen wordt in het gebouw van het Portugees - Israëlitisch Gesticht voor Oude Lieden in Amsterdam een bovenkamertje gehuurd. Op 9 januari 1902 wordt dan ook het Museum van Tijdmeetkunde van de Nederlandse Bond van Horlogemakers door de voorzitter van het Erecomité officieel geopend. De omvang van de collectie is nog bescheiden. Door tentoonstellingen te organiseren, waarvan de verzameling van het museum de kern vormde, gaven veel particulieren na afloop hun ingezonden horloge of klok in bruikleen of schonken deze aan het museum, waardoor de collectie groter werd. In maart 1903 wordt, op voorstel van een lid van het Erecomité, de naam van het museum veranderd in Museum en Archief van Tijdmeetkunde. Door de geleidelijke uitbreiding van de collectie werd de huisvesting te krap en werd naar een andere locatie gezocht. B. en W. van Amsterdam besloten een zaal in het Stedelijk Museum tot wederopzegging aan het Museum en Archief van Tijdmeetkunde beschikbaar te stellen. De bouw van het Stedelijk museum in Amsterdam werd hoofdzakelijk gefinancierd uit twee legaten. Aan het legaat van de familie Lopez Suasso was de verplichting verbonden dat in dit gebouw ook de collectie-Suasso zou worden ondergebracht. De verzameling van Museum van Tijdmeetkunde paste goed bij deze collectie. Op 19 mei 1909 heeft de officiële opening van het Museum en Archief van Tijdmeetkunde in het Stedelijk Museum in Amsterdam plaats. Een symbolische bijkomstigheid was dat in de nacht van 30 april op 1 mei in heel Nederland de nationale tijd ingevoerd werd. In de volgende jaren breidt de collectie gestaag uit waardoor het Museum en Archief van Tijdmeetkunde een tweede zaal in het Stedelijk mag gebruiken. In de jaren dertig ontwikkelde de gemeente plannen het Stedelijk Museum om te vormen tot een museum voor moderne kunst. Daarvoor moesten de verzamelingen die met de geschiedenis van Amsterdam te maken hadden en ook het Museum en Archief van Tijdmeetkunde op den duur uit het gebouw verdwijnen. Als voorzorgsmaatregel werden in 1939, door de dreigende oorlog, de belangrijkste en kostbaarste stukken uit de verzameling veilig opgeborgen. In 1942 moesten op last van de bezettingautoriteiten alle vakorganisaties ontbonden worden. Het bondsbestuur gaf gevolg aan de bepaling in het reglement van het Museum en Archief van Tijdmeetkunde dat bij eventuele ontbinding van de bond het museum als afzonderlijke stichting kon blijven bestaan. Met het besluit van 6 juli 1942 ontstond een nieuwe stichting Museum en Archief van Tijdmeetkunde en werd tevens een nieuw reglement voor deze stichting vastgesteld. In 1948 verlaat het Museum en Archief van Tijdmeetkunde het Stedelijk Museum en wordt de collectie overgebracht naar het Museum Willet-Holthuysen in Amsterdam waar het opgeslagen wordt. In 1952 wordt het besluit genomen om het Museum en Archief van Tijdmeetkunde over te brengen naar het voormalige St. Catharijne Convent, Lange Nieuwstraat 38 in Utrecht alwaar het Nederlands Goud- en Zilvermuseum, Keur en Ambacht was gehuisvest. Bij acte d.d. 2 juli 1953 kreeg deze stichting de SMAT-collectie voor 10 jaren in bruikleen (met de mogelijkheid van verlenging met telkens 5 jaren) conform een aan genoemde acte gehechte specificatie. Door de gezamenlijke huisvesting ontstond bij het publiek voor het museum de roepnaam Nederlands Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum (NGZKM). In 1970 moet het Nederlands Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum het voormalige St. Catharijne Convent verlaten omdat zij zich gaan specialiseren in Religieuze Kunst. Vanaf 30 oktober 1970 kan het publiek de collectie(s) van het Nederlands Goud-, Zilver en Klokkenmuseum weer bewonderen. Het museum heeft dan een nieuwe behuizing in een mooi oud pand in het centrum van Utrecht, Achter de Dom 12. Het Museum van Speeldoos tot Pierement heeft zich gevestigd in een pand er naast. Bij acte van 6 november 1979 werden de statuten van de Stichting Nederlands Goud- en Zilvermuseum, Keur en Ambacht gewijzigd: de statutaire zetel werd Schoonhoven en de roepnaam werd nu ook de officiële statutaire naam “Stichting Het Nederlands Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum”. |
|||||||||||||||||||||||||